Het ontstaan van Gilde Sint Hubertus Berkel


Volgens de statuten bestaat Gilde Sint Hubertus Berkel sinds onheuglijke tijden.

Maar wat zijn onheugelijke tijden? Er wordt geen jaartal bij vermeld, dus blijft het vaag hoe oud het Gilde eigenlijk is.

 

In ons eigen goed bewaard gebleven archief is de geschiedenis van het Gilde goed te volgen. Het ontstond in 1850 als een Mussen- en Mollengilde tot nut van de land- en tuinbouw ter uitroeiing van mussen en mollen. Op geschept papier zonder watermerken staat het oudste "Reglement voor de Musfchen en Mollen Gilde, toegepast aan de H. Hubertus" geschreven. Het reglement, met zijn 16 tellende artikelen, werd vastgesteld binnen Enschot in de vergadering van zondag den vijfde Mei 1850. Later is er door een andere hand, onder Enschot, "Berkel en Huiclom" bijgeschreven. Dit kan kort daarna zijn gebeurd.

 

Waarschijnlijk hebben de Gilden van Berkel en van Enschot vroeger samengewerkt, zoals uit een brief blijkt die gericht was aan Gedeputeerde Staten. In deze brief vragen de beide besturen een vergunning te verlenen om op de openbare wegen en voetpaden der Gemeente Berkel c.a. met het geweer "Musfchen" te schieten. Een nieuwe wet van 6 maart 1852 had namelijk het schieten op de openbare weg verboden. Het gevraagde verlof werd geweigerd. Dat is waarschijnlijk ook de reden geweest waarom het "Musfchen en Mollengilde in 1860 overging tot het vormen van een schutters- of Koningsgilde, dat naar de "wipvogel" op de schutsboom ging schieten.

 

Heroprichting van Gilde Sint Hubertus Berkel


Op 10 november 1860 is het eerdere "Mussen en Mollengilde" heropgericht tot een Koningsgilde door wethouder Laurens Smeijers en 23 andere inwoners van Berkel. Medeoprichter burgemeester Jan Baptist Adams werd toen secretaris/penningmeester. In de eerste vijftig jaar bracht het gildenleven weinig veranderingen. Maar nadat in 1912 het mussen schieten voorgoed was afgeschaft, groeide het Gilde uit tot een uitstekend schuttersgilde.           

Bij café Robben, "Het Gildehuis" in de Dorpsstraat, nu St.Willibrordstraat, is het Gilde vanaf 1912 ruim 55 jaar thuis geweest. In de boomgaard achter het café stonden de schutsbomen, waar men nog met eigen gemaakte munitie op de wipvogel" schoot.

In de jaren 60 breiden de kern van Berkel zo explosief uit, dat de schutsbomen meerdere malen moesten verhuizen, totdat het Gilde een stuk grond kocht op de nu huidige locatie aan De Kraan 53.

In januari 1967 verhuisde het Gilde van café Robben naar café "Het Raadhuis" in de Raadhuisstraat, waar het 40 jaar haar thuishaven heeft gehad.

Met de wisseling van een nieuwe eigenaar is het Gilde in 2007 verhuist naar café "Concordia" in de Burgemeester Brenderstraat.

Nadat het café in 2014 werd overgenomen door dansschool "van Opstal" is op het Gildeterrein de kantine als Gildehuis in gebruik genomen. 

 


 

Hoofdmannen van het Gilde Sint Hubertus Berkel


Bij elke vereniging heeft men een voorzitter. Bij een gilde heet dat "Hoofdman". Vroeger werd men Hoofdman voor het leven.

Gilde Sint Hubertus Berkel heeft vanaf de heroprichting 11 hoofdmannen gekend t.w.;

  

1860-1863 L. Smeijers

1863-1905 W. v.d. Ven

1905-1912 Arn. Brekelmans

1912-1949 M. Robben

1949-1968 C. Mutsaerds

1963-1965 B. Roosen (waarn.)

1965-1975 R. van Helvoirt

1975-1995 W. Adams

1995-1998 C. Vromans

1998-2010 P. Vromans

2011-2012 F. Vromans

Na diverse waarnemende hoofdmannen te hebben gehad is vanaf 2021 F. Vromans onze huidige Hoofdman.

 

 

Hoofdman Frans Vromans geflankeerd door onze Gildeheer Pastoor Marcel Dorssers en een Gildezuster met ons Hubertusbeeld.


 

Koningen van Gilde Sint Hubertus Berkel


Bij een gilde hoort een Koning. Zonder een Koning kan en mag een gilde zich niet presenteren. Hij is de centrale figuur van het gilde.

In het bijna 150 jaar bestaan van Gilde Sint Hubertus Berkel zijn er vele koningen gepasseerd;

1860 A. Hoevenaars

1862 A. Hoevenaars

1867 P. Brenders

1874 M. Verhoeven

1880 Th. Brekelmans

1882 P. Brenders

1887 M. van Oirschot

1889 A. Vermelis

1895 J. van den Broek

1899 J. Brekelmans

1912 J. van Rooy

1920 C. Mutsaerds

1925 W. van Gorp

1933 M. Brekelmans

1937 C. Mutsaerds

1947 M. Schijven

1951 L. van Ras

1955 C. Vromans

1959 J. Korthout

1963 R. van Helvoirt

1967 Sj. Roosen

1971 Th. Adams Cz

1975 R. Vromans

1979 D. Krook

1983 R. van Helvoirt

1987 J. Adams Cz

1991 R. van Helvoirt

1995 J. Adams Cz

1999 W. Smits

2003 W. Smits

2004 A. Wouters

2008 J. Adams Cz

2012 - 2021 A. Wouters

2021 M. van de Ven

 

Keizer van Gilde Sint Hubertus Berkel

 

In 2021 heeft A.Wouters de vogel voor de derde maal achtereen eraf geschoten.

Hij is de eerste Keizer in het bestaan van ons Gilde.

 

 

Keizer André Wouters anno 2021

Koning en Koningin anno 2021

Maarten & Esther van de Ven 


 

Het Vaandel 

 

Het Gildevaandel dient tot een duidelijk herkenningsteken. Zonder vaandel kan en mag een gilde zich niet presenteren. Het komt vooral tot zijn recht bij het afleggen van de belofte van trouw aan het wereldlijke en kerkelijke gezag. Als teken van hun onschendbare waardigheid mogen vorstelijke personen over het op de grond gespreide vaandel schrijden. Deze koninklijke eer wordt binnen ons Gilde ook betoond aan de nieuwe koning bij zijn installatie.

 

In 1993 heeft het gilde een vaandel laten maken. In het midden staat een afbeelding van de knielende H. Hubertus voor het hert met een blinkend kruis tussen het gewei.

In de rechter onderhoek een afbeelding van een mus; Wij zijn van oorsprong een mussengilde.

In de linker onderhoek een afbeelding van een geweer; Wij zijn een schuttersgilde.

In de rechter bovenhoek het oude gemeentewapen met drie sterren. De drie sterren geven de drie dorpen aan; Berkel, Enschot en Heukelom.

In de linker bovenhoek een afbeelding van het nieuwe gemeentewapen met drie torentjes en een ploeg.De drie torentjes duiden de drie dorpen aan en de ploeg staat voor een agrarische gemeenschap.

Door het intensieve gebruik van dit vaandel kwam in 2009 het idee om het vaandel te gaan vervangen.

 

In 2010 heeft het gilde opdracht gegeven aan de voormalige zusters van de Trappistinnen, tegenwoordig Koningsoord geheten, te Groesbeek, om een geheel nieuw vaandel te vervaardigen